‘Cursus luisteren naar collega in ziekenhuis.’ Utrechts Nieuwsblad woensdag 31 januari 2001

Cursus luisteren naar collega in ziekenhuis
Door Helma van den Berg
Utrecht

Het centraal Militair Hospitaal in Utrecht heeft als een van de eerste ziekenhuizen in Nederland personeel opgeleid om collega’s te helpen na traumatische ervaringen op het werk. Vandaag worden aan de eerste zeven personeelsleden de certificaten ‘collegiale trauma-opvang’ uitgereikt. Het CMH volgt hiermee de ziekenhuizen in Den Helder, Leidschendam en Winschoten. De meeste brandweer- en politiekorpsen in Nederland hebben al eerder de cursus ingevoerd.

In de nieuwe CAO voorverplegend personeel is vorig jaar opgenomen dat elk ziekenhuis opvang structureel moet regelen voor personeel dat geconfronteerd wordt met aangrijpende gebeurtenissen op het werk. Het plotselinge overlijden van een patiënt kan zo’n ervaring zijn, maar ook een mislukte reanimatie, zelfmoord, mishandeling door een psychiatrische patiënt of verpleegkundige fout. De aanpassing van CAO gebeurde op aandringen van de bond voor verpleegkundigen NU 91. Volgens de bond laten ziekenhuizen verpleegkundigen na zo’n traumatische ervaring vaak in de kou staan. Uit onderzoek van NU 91, in het voorjaar van 1999, bleek dat ruim de helft van het verplegend personeel in algemene ziekenhuizen de voorgaande vijf jaar op het werk een zodanig ingrijpende gebeurtenis meemaakte, dat ze daar minimaal enige dagen helemaal door in beslag werden genomen. Hoewel slechts een op de twintig zich na zo’n gebeurtenis ziek meldde, overwoog ruim een op vijf serieus een ander beroep te kiezen. Tweederde van de vijfhonderd ondervraagden meldde dat zij adequaat zijn opgevangen. De meesten door collega’s. Meer dan de helft van de ziekenhuizen had ten tijde van de CAO- onderhandelingen geen protocol voor de opvang van eigen personeel. Volgens beleidsmedewerkers Arbo-coördinator Ferry Zoutenbier en sociaal psychiatrisch verpleegkundige Johan Heine van het Centraal Militair hospitaal (CMH) omdat het voor kort werd gedacht dat verpleegkundigen die hun vak verstaan, door emotionele ervaringen onberoerd blijven.

„Er heerste in deze sector een cultuur van’ niet zeuren, dat hoort bij je werk’. Je vond het zelf ook niet professioneel om over je problemen te praten. Met gevolg dat voor menigeen het beroep een nachtmerrie werd.” Aangemoedigd door de nieuwe CAO en de Arbo-wet, krijgen ziekenhuizen nu meer oog voor nazorg van verpleegkundigen. Onder meer door onderlinge opvang waarvoor nu ook de eerste cursussen zijn geïntroduceerd. Opmerkelijk is dat juist het CMH, met de traditie van een machocultuur van het leger, tot die kopgroep behoort. Maar volgens Heine is ook binnen defensie een kentering gekomen: „Juist door onze ervaringen van mensen die naar oorlogslanden zijn uitgezonden geweest, weet defensie dat het verwerken van trauma’s heel belangrijk is. Dat het juist goed is om vaak en veel over je verdriet te praten. En personeel van een ziekenhuis van defensie loopt een extra risico om tegen emotionele problemen aan te lopen.” De cursus is ontwikkeld door psycholoog Huub Buijssen van de geestelijke gezondheidsgroep. Altrecht in Utrecht die ook de trainingen gaf. Volgens hem is het heel goed mogelijk dat collega’s elkaars hulpverlener zijn. „Niet iedereen kan dit even goed. Mensen die zich van nature bij andere mensen betrokken voelen, hebben een fikse voorsprong. Want trauma-opvang bestaat zeker voor de helft uit het kunnen tonen van compassie, van echt meeleven.” De andere helft kun je leren. Ondermeer door geen ongevraagde adviezen te geven, niet te gaan wroeten naar gevoelens en tijdig signalen te herkennen van verstoorde verwerking,. Daarmee kan heel wat leed worden voorkomen, zegt Buijssen: „De kans dat je niet meer afkomt van een posttraumatische stress-stoornis, of er nog andere psychiatrische aandoeningen bij krijgt, neemt toe naarmate je er langer mee rondloopt.” Heine heeft het belang van collegiale opvang aan den lijve ervaren: „Ik zorgde in Zaïre voor psychische ondersteuning van soldaten die in de vluchtelingenkampen moesten werken. Maar na twee, drie weken had ik zoiets van, ik moet vandaag nog naar huis. Tot ik zelf mijn hart bij een collega kon luchten. Toen kon ik er weer even tegen aan.” Carmen Polman (28) waarnemend hoofd bedrijfsvoering van het CMH, is een van de mensen die vandaag het cursuscertificaat krijgt: „Ik zie wel eens dat collega’s niet los kunnen komen van hun werk. Dat zij zich daardoor soms ziek melden. Voor die collega’s wil ik iets kunnen betekenen.” En de cursus heeft al baat gehad, zegt Polman: „Ik heb geleerd dat het geven van tips niets oplevert. Daar had ik namelijk een handje van. Mensen willen jou niet horen, ze willen juist hun eigen verhaal kwijt,”