‘Risico van vaktrauma is hoog in de verpleging’ Het Laatste Nieuws 22 maart 1995

door Loes Smit

Psycholoog Huub Buijssen geeft dat wat aarzelend toe. Als je maar niet de sterksten in het vak verwart met de besten, waarschuwt hij, want de besten vind je juist vaak aan de zwakke kant.

Als het om risico’s in het vak gaat, scoort verpleegkunde hoog. Aan geweld, bedreiging en diefstal staan entertainers het meest bloot, maar laat je de diefstallen weg, dan volgen meteen de verpleegkundigen. Voor hen – of ze nu in een ‘gewoon’ of psychiatrisch ziekenhuis, of een verzorg- of verpleeghuis werken maakt niet veel uit – komt daar nog bij dat patiënten onder hun handen sterven of zichzelf ombrengen.

Voorbeeld: in de 30 jaar dat ze in het vak zit, heeft een vrouw alleen al op haar eigen afdeling 249 zelfmoorden meegemaakt. Om gek van te worden. Zo ver komt het meestal niet, maar wel kan er een ernstig trauma uit voortkomen.

Buijssen heeft daar een boekje over geschreven, ‘Traumatische ervaringen van verpleegkundigen’, met de ondertitel ‘Als je beroep een nachtmerrie wordt’.

Dat laatste was de aanleiding het boekje te schrijven. In de jaren dat Buijssen als psychogerontoloog bij een kruisvereniging werkte, wist hij al dat verpleegkundigen zùlke ingrijpende voorvallen meemaken dat die hun leven ernstig kunnen beïnvloeden. In het zuiden van het land ging het zo en ook in de Rümkestichting in Den Dolder, zijn huidige werkplek, kan het niet anders zijn.

Wat veel voorkomt is dat de verpleegkundige het probleem inslikt en dus niet verwerkt, zeker als hij (maar meestal gaat het om een zij) er op het werk niet over kan praten. Het boekje gaat over het herkennen van een trauma en wat je eraan kan doen en bevat een aantal verhalen uit de praktijk.

Dooddoeners
Stel dat de zuster haar patiënt een injectie moet geven, die later de laatste blijkt te zijn geweest, want de patiënt overlijdt. Of een psychiatrisch verpleegde vliegt zijn verzorgster naar de keel. Je zou verwachten dat er in de instellingen begrip is voor het – onterechte – schuldgevoel of de angst voor herhaling. Niets van dat alles, in de regel zeker niet bij de afdelingshoofden en directies. Maar ook het thuisfront laat het afweten. Met dooddoeners als ‘het leven gaat door’ of ‘je moet je er overheen zetten’ is niemand geholpen.

Sinds hij een paar jaar geleden een brochure over hetzelfde onderwerp voor de politie schreef, maken tal van korpsen er gebruik van. Twaalf pagina’s over oorzaak en gevolg van een trauma (in de verpleging en dus ook in Buijssens boekje, wordt overigens over psychotrauma gesproken, omdat een trauma daar al staat voor alle lichamelijke verwondingen), waarvan binnen de kortste keren duizenden exemplaren werden besteld. Alleen al na de Bijlmerramp, op 4 oktober 1992, werden er 1 500 stuks aangevraagd.

Misschien had Buijssen niet aan een brochure gedacht, als hij niet naar een congres over trauma’s was gegaan. “Daar waren wel 400 workshops en lezingen over alle mogelijke trauma’s. Over gijzeling, aanranding, verkrachting, overvallen, berovingen, noem maar op, want er zijn er ontzettend veel. Maar tot mijn verbazing werd met geen woord over de verpleging gerept. Ik denk dat dat komt, doordat men redeneert: als je in de verpleging gaat, weet je wat er kan gebeuren, dat hoort nou eenmaal bij het vak.”

Zijn verbazing resulteerde in een artikel in het vakblad Verpleegkunde. Daaruit kwam uiteindelijk het boekje voort. Binnenkort komt er een brochure uit met de beknopte inhoud van het boek, waarop hij tientallen reacties van verpleegkundigen heeft gekregen die de ernst van de zaak nog benadrukken.

Zoals het verhaal van de verpleegster in een psychiatrisch ziekenhuis, waar een rechter op bezoek was om een inbewaringstelling voor patiënt X te regelen. “Ik zit op kantoor als X aanklopt en vraagt zijn ouders te mogen bellen. Terwijl ik opsta om dat in orde te maken, staat er weer iemand voor de deur. Ik wil die openmaken, maar X is me voor en houdt de deur dicht. Ik vraag hem driemaal weg te gaan en in de huiskamer verder te praten, want ik voel dat het zo niet goed gaat. Voordat ik naar hem toe ga, vraag ik een collega de zaak in de gaten te houden. X komt naar me toe. Hij is een grote man van wel 120 kilo. Hij heeft een starre blik in zijn ogen en lijkt onbereikbaar.”

“Op mijn verzoek te gaan zitten loopt hij naar een stoel, maar draait zich plotseling om, steekt zijn handen naar mijn keel uit, geeft me een paar harde dreunen op mijn hoofd en rukt aan mijn trui. Ik schiet uit mijn trui, val op de grond, maar gelukkig komen er dan anderen aan die X naar de separeer slepen.”

Het afdelingshoofd raadt haar aan aangifte bij de politie te doen en tenminste overplaatsing van X te vragen, omdat de man al eerder collega’s de keel blijkt te hebben dichtgeknepen, waarbij zelfs de nekspier van een slachtoffer is gescheurd. De rechter is overigens al die tijd in huis.

Buijssen vindt dit een typerend geval: “Iedereen maakt zich druk om de patiënt, maar om de zuster bekommeren ze zich niet. Alleen de politie vroeg: hebben jullie geen traumateam? Die zijn gewend aan opvang, maar zoiets kennen wij in de verpleging niet.”

Schiet de opleiding tekort? Aankomend verpleegkundigen zouden toch op dergelijke risico’s voorbereid moeten worden.

Buijssen: “Ik weet niet of je op alles kunt worden voorbereid. Nummer 1 op de top-100 van ingrijpende gebeurtenissen in een gewoon mensenleven is het overlijden van je partner. Iedereen weet tevoren dat dat ooit zal gebeuren, maar op zo’n moment heb je het er toch hartstikke moeilijk mee. In een psychiatrisch ziekenhuis kun je voor situaties komen te staan, dat een patiënt ineens met een groot keukenmes voor je staat of je met een elektrisch snoer probeert te wurgen. Of hij sluit je in je kamertje op en komt met een stuk hout op je af. Die dingen gebeuren. Daar kun je je moeilijk op voorbereiden.”

Een verpleegkundige die zo doodsnood heeft moeten doorstaan, zal haar verhaal kwijt willen. Het ligt niet alleen aan haar werkplek dat ze dat niet (voldoende) kan, maar evenzeer aan thuis. “Wij hebben niet goed geleerd om met verdriet en teleurstellingen om te gaan. Eigenlijk zou iedereen opnieuw moeten worden geprogrammeerd om niet altijd met dezelfde dooddoeners aan te komen”, zegt Buijssen. “Tachtig procent van dat soort opmerkingen blijkt niets te helpen.”

Volgens hem zit de top-10 van dooddoeners ongeveer zo in elkaar: 1. Ik weet hoe je je voelt. 2. Probeer je er overheen te zetten. 3. Het gaat wel over, de tijd heelt alle wonden. 4. Het leven gaat door. 5. Het had nog veel erger kunnen zijn. 6. Ga er eens lekker tussenuit. 7. Je moet er niet steeds over praten of denken. 8. Iedereen maakt wel eens een moeilijke tijd door. 9. Dat hoort nou eenmaal bij het vak. 10. Geloof me, alles komt goed.’

Het ergste is, zegt Buijssen, die in zijn boek tips geeft hoe het wèl moet, dat de omgeving om de hete brij heendraait, terwijl je het best door kunt vragen. Waar je zou willen stoppen, moet je juist doorpraten. Doe je dat niet, dan kruipt het slachtoffer uiteindelijk in z’n schulp, omdat toch niemand het begrijpt. En dan krijg je een trauma. “Het ergste is, dat je van het ene op het andere moment buiten de gewone wereld wordt geplaatst. Wegstoppen helpt niet. Als je zo’n gebeurtenis niet verwerkt, blijft die je leven beheersen, het blijft altijd op de achtergrond.”

Bang
Niet te schatten is, hoeveel verpleegkundigen met een trauma rondlopen. Er zijn er nogal wat die afhaken, ontslag nemen, zich in hun gezin terugtrekken en later ander werk zoeken. Ze lijken ook bang voor hun directies. Bang om voor niet goed in je vak aangezien te worden, bang voor ontslag, omdat zij de instelling een slechte naam zouden bezorgen.

Zijn de directies dan niet de oorzaak dat het zo ver is gekomen? “Uiteindelijk wel, maar vaak is het onwetendheid. Zo van: bij ons gebeurt dat niet.”

Misschien zal er nu iets veranderen, nu per 1 oktober de Arbowet met drie bepalingen is uitgebreid. Daarin staat, dat er in de instellingen iets tegen seksuele intimidatie, agressie en geweld moet gebeuren en dat er aandacht dient te worden besteed aan voorlichting en onderricht. Het is nog erg vrijblijvend. De nieuwe regels worden nergens omschreven en dus mag iedere instelling er naar eigen goeddunken mee handelen.

——————————————————————————–

Traumatische ervaringen van verpleegkundigen – Als je beroep een nachtmerrie wordt,
door Huub Buijssen. Uitg. De Tijdstroom, Utrecht, fl. 24,50.