‘Wie zorgt voor het zorgpersoneel?’ Metro dinsdag 16 oktober 2001

Verpleegkundigen komen, vaker dan de gemiddelde mens, in aanraking met een opeenstapeling van indringende gebeurtenissen, blijkt uit een evaluatie van de Arbowet (Soethout en Sloep, 2000). Zij worden bijna dagelijks geconfronteerd met het hele scala aan intense menselijke gedragingen: verlies, dood en verdriet.

In veel gevallen blijkt pas later de impact van zo’n gebeurtenis. Vaak als het al te laat is en fysieke klachten zich openbaren als gevolg van niet goed verwerkte psychische ervaringen. Goede opvang is daarom belangrijk. Opvang van collega’s, die kunnen meevoelen met het verdriet en de pijn. Het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht heeft oog voor haar werkers. In het symposium ‘Flink zijn is link’ werden onlangs de gevaren van het niet goed verwerken belicht. Een van de sprekers was Huub Buijssen, klinisch psycholoog en de Nederlands goeroe van de ‘traumaopvang in de zorg’. Van zijn hand zijn enkele boeken verschenen over dit onderwerp. Een van de belangrijkste aspecten bij een nare ervaring is dat het iemand onverwacht overkomt. “je wordt erdoor overvallen. Daarna blijft de gebeurtenis zich voor je ogen afspelen. Je kunt aan niets anders meer denken. Maar omdat de beelden en gedacht je zo’n ellendig gevoel bezorgen, doe je er juist alles aan om ze te verdringen. Je lichaam en geest bevinden zich in een verhoogde staat van paraatheid, alsof je het ieder moment opnieuw kunt beleven. Ongeveer 1 0p de 10 lukt het niet om de schokkende gebeurtenis achter zich te laten. Ze hebben er na twee maanden nog bijna evenveel last van of mogelijk zelfs nog meer dan vlak na de gebeurtenis. Dan praten we over een posttraumatische stress stoornis. Soms komt de klap of ‘naschok’ van de traumatische gebeurtenis veel later, in uitzonderlijke gevallen pas jaren nadat het incident plaatsvond.”

Risico
Volgens het World Health Report van 1997 is geweld in de afgelopen decennia enorm toegenomen. Uit cijfers blijkt dat vooral verpleegkundigen het meeste risico lopen om slachtoffer te worden van geweld. Van verpleegkundige respondenten van een omvangrijke enquête in Engeland gaf 97 procent te kennen een verpleegkundige te weten die in het afgelopen jaar was aangevallen. Bijna 75 procent gaf aan dat zij met ongewenst seksueel gedrag op het werk te maken hebben gehad. Het is daarom niet vreemd dat verpleegkundigen extra risico lopen op een posttraumatische stress stoornis. Vooral omdat deze groep in het dagelijks werk door de grote werkdruk hun verhaal niet altijd kwijt kan en men er in deze beroepsgroep van uitgaart dat ziekte en dood, verdriet en pij bij het beroep horen. Het idee bestaat dat je niet professioneel bent als je last hebt van de duistere kanten van je vak. Een van de andere sprekers van symposium was Willem van Hoogstraten. Hij werkt bij de Arbo Unie als bedrijfsarts en word regelmatig geconfronteerd et de gevolgen van een posttraumatische stress stoornis(PTSS). “Een tijd naast mij zitten bij het spreekuur voor het Albert Schweitzer ziekenhuis is voldoende om een indruk te krijgen van de narigheid die een medewerken van het ziekenhuis zoal kan overkomen. Om een paar voorbeelden te noemen: agressie van bezoekers of patiënten, ongewenste lichamelijke intimiteiten, vermeende besmetting met hepatitis B of HIV. Het maken van een medische fout, het verzorgen van ernstige zieke mensen, het overlijden van jonge patiënten. Het verwerken van dergelijke incidenten kost tijd en energie een daarmee moet, hoe lastig soms ook, rekening worden gehouden.” De commissie Donner (2000)stelde dat er jaarlijks ongeveer honderduizend arbeidsongeschikten bij komen. Daarvan heeft eenderde een psychische diagnose. Aannemelijk is dat bij de anderen, bijvoorbeeld iemand met rugklachten, ook psychische klachten op de achtergrond meespelen. Een voorzichtige schatting is dat rond de helft van de instroom in de WAO direct of indirect het gevolg is van psychische klachten. Het hoog op de strategische agenda plaatsen is dan ook een voorwaarde om stress en burnout te kunnen voorkomen.” Het Albert Schweitzer ziekenhuis heeft dat ook gedaan. Er is een Project Vangnet opgezet. Tien mensen uit de organisatie werden door Huub Buijssen getraind om hun collega’s als eerst op te vangen. Om hen de ruimte te geven het probleem en het verdriet te verwerken.