Betrokkenheid geeft geluksgevoel De Telegraaf 10-1 2005

 

 

Psycholoog Huub Buijssen vertelt dat de televisiebeelden iets hebben losgemaakt bij mensen die als helpers naar het rampgebied trekken: het begint allemaal met hevige emoties als ze de indringende beelden op tv zien: afschuw, ontzetting, medeleven.

Ze verplaatsen zich in de slachtoffers: hou zou ik me voelen als ik plotseling van mijn kinderen was beroofd, of mijn ouders broers en zussen had verloren, of mijn huis? Dan gaat het stemmetje klinken: ik moet iets doen. Net als bij aankomende priesters of zusters is het een roeping. Ze zijn bewogen, er is iets in beweging gebracht. De helpers worden zelden door hetzelfde motief gestuurd. De een wil helpen om zin en betekenis aan zijn leven te geven. Anderen willen ontsnappen aan de saaiheid en sleur van hun bestaan. Op naar zo`n ontreddend gebied, op avontuur en nieuwe mensen ontmoeten. Nog een beweegreden: opgenomen worden in een groter geheel. De tsunami was wereldnieuws. Later kunnen de helpers dan zeggen dat ze er middenin stonden. De betekenis, de glans van de grote ramp straalt op hen af: ik help hier. Een andere drijfveer is dat we ons herkennen in de slachtoffers. Ook wij kunnen slachtoffer worden van een overstroming, een oorkaan, een aardbeving. De kracht van de natuur is groot, wij zijn nietige wezens en moeten elkaar helpen. Betrokken geeft bovendien een geluksgevoel. Je doet het deels ook voor jezelf, je helpt jezelf als je geëngageerd bent.

Uit onderzoek blijkt dat helpers na afloop altijd terugblikken op een soort wittebroodsweken. Ondanks alle ellende zien ze het als een mooie tijd. Het heeft meer geluk dan een supervakantie.