‘Er veel over praten is niet altijd het beste’ Medewerkerskrant ziekenhuizen, nr 3, 2003

Medewerkerskrant ziekenhuizen, nr 3, 2003

Opvang na een traumatische gebeurtenis
‘Ook al denken mensen vaak van wel: er veel over praten is niet altijd de beste vorm van trauma-opvang. Ieder mens is verschillend. Goede opvang sluit aan bij de behoefte van slachtoffers’, vindt Huub Buijssen, klinisch psycholoog en gespecialiseerd in trainingen collegiale traumaopvang in de ziekenhuizen We praten met hem over traumaverwerking: wat is het en hoe kun jij helpen?

Traumatische gebeurtenissen (ofwel: psychotrauma’s) zijn extreem, heftige gebeurtenissen die mensen enorm aangrijpen. Ze gaan gepaard met extreme angst, afschuw en machteloosheid. In een ziekenhuis loop je, afhankelijk van je beroep, een verhoogd risico er eens mee te maken te krijgen. De dood van een baby, een kind of een volwassene, het maken van een fatale fout, een mislukte reanimatie… Maar ook een mogelijke besmetting met het HIV- of hepatitisvirus, een suïcide, agressie of (bijna-)geweldsincidenten: het zijn allemaal voorbeelden van traumatische ervaringen in ziekenhuizen. Maak je het mee, dan ga je een afschuwelijke tijd tegemoet waarin je korte of langere tijd steeds geplaagd wordt door pijnlijke herinneringen aan het gebeurde en tegelijkertijd uit alle macht de herinneringen wilt wegstoppen (vanaf ‘waarin’ kun je ook schrappen, later noem je de symptomen nog eens) Maar jij kunt iemand vooruit helpen!

Pas op met wroeten!
‘Lang en intensief praten of veel los willen maken. Het is niet altijd de beste methode om mensen vooruit te helpen’, stelt Buijssen vast. ‘Menigeen die net iets heel heftigs heeft meegemaakt wil, zeker in ‘t begin, vooral met rust gelaten worden. Dat krijgt die persoon niet zodra jij het incident meteen weer ter sprake brengt. Eigenlijk verleng je de pijnlijke ervaring, want je dwingt het slachtoffer de gebeurtenis te herbeleven op het moment dat hij alle zeilen bij moet zetten om psychisch overeind te blijven. Pas daarmee op; vooral bij kwetsbare mensen kan dit wroeten leiden tot meer schade dan geen opvang bieden, zelfs op de lange termijn!.’
‘Wil je een collega helpen, laat dan ook de natuur zijn werk doen’, zo adviseert Buijssen. Een psychotrauma heeft drie kenmerken: herbeleving (de afschuwelijke film telkens opnieuw afspelen), verdringing van de ervaring (het bewust parkeren/er niet aan willen denken) en verhoogde waakzaamheid. Bij een goede balans tussen de eerste twee kenmerken komt iemand er weer bovenop. Bij 7 van de 8 mensen zijn deze twee van nature even sterk en zijn ze beurtelings de baas. Dat is dan ook de reden dat je als collega vooral moet zien in te spelen op de behoefte van het slachtoffer. Loop niet sneller dan de ander. Laat iemand zijn eigen tempo bepalen en zijn eigen manier van verwerken.

Tips om je collega er bovenop te helpen
Toon medeleven. Na een afschuwelijke ervaring heeft een mens eerst en vooral behoefte aan een gevoel van betrokkenheid. Laat je collega dus merken dat je er voor hem/haar bent. Dat kan door een blik van verstandhouding, een schouderklopje, een sms-je, een gesprek.
Bied in ‘t begin vooral praktische steun. Vraag of je iets kunt doen, kunt regelen. Ook zo geef je iemand blijk van betrokkenheid. Praktische begeleiding is voor velen in eerste instantie belangrijker dan emotionele opvang (gesprekken voeren over het incident). Sterker nog: het eerste is de voedingsbodem waarop de laatste gedijt.
Leg je eigen verwerkingsstijl niet op aan je collega. Wat goed is voor jou, is niet altijd goed voor een ander. Mensen verschillen. Zo wil jouw collega misschien eerst in stilte het gebeurde verwerken. Of zoekt hij/zij gezelschap op het tijdstip dat jij je zou uitleven met sporten. Respecteer die eigen manier van je collega.
Zeg niet teveel. Vraag niet teveel. Laat iemand tot rust komen. Te intensieve opvang, hoe lief bedoeld ook, is vaak verkeerd. Eigenlijk zijn maar twee vragen relevant: ‘wat kan ik voor je doen?’ En ‘waar heb je behoefte aan?’. Ga vooral niet wroeten en praat alleen over het incident als je collega het wil.
Onderschat de weerbaarheid van je collega niet. Duw iemand niet te veel in de slachtofferrol en maak geen drama van het gebeuren. Een belangrijke motor voor herstel is de wetenschap dat je er weer bovenop zult komen. Wek die indruk.
Geen vooruitgang? Schakel professionele hulp in. Als het goed is, zijn de symptomen van een psychotrauma na 1,5 tot 2 maanden verdwenen.


Tips ontleend aan:

Huub Buijssen, Traumatische ervaringen van verpleegkundigen. Als je beroep een nachtmerrie wordt., Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen 2002 (3 editie)