Gemolesteerde leraren doen boekje open over hun ervaringen in ‘Lesje Geleerd?’

Door Helma van den Berg

Utrecht – Docente Elzeline Bergisch wordt op een Utrechts terras door een 14-jarige leerling uit haar stoel getrapt. Schoolleider Ger Huisman wordt in zijn school buiten westen geslagen en belandt met steekwonden in het ziekenhuis. Docent Karel Verbeek en zijn gezin worden wekenlang door de vader van een leerling met de dood bedreigd.

Het zijn geen uitzonderingen. Ruim de helft van de Nederlandse docenten in het vervolgonderwijs heeft vorig jaar te maken gehad met enige vorm van geweld, zo blijkt uit onderzoek van de KPC- groep uit Den Bosch, een adviesbureau dat zich bezig houdt met ontwikkelingen in het onderwijs. Hoe schokkend ook, in de onderwijswereld wordt daar liever over gezwegen. Docenten schamen zich, scholen zwijgen uit angst om leerlingen te verliezen. Met als gevolg dat leraren/slachtoffers slecht geholpen worden, ziek thuis belanden en het onderwijs vaak de rug toekeren. Reden voor psycholoog Huub Buijssen en verpleegkundigen/ Mathilde Bos om het taboe te doorbreken. Zij schreven het boekje ‘Lesje Geleerd? Indringende ervaringsverhalen van leraren’. Samen met zes leraren, zelf slachtoffer van geweld, die voor het eerst de problemen uit de doeken doen. Een voorbeeld tijdens een schoolfeest van een scholengemeenschap in het westen van het land: docent Vincent de Jong heeft bij de ingang de handen vol aan een groep van dertig Marokkanen die illegaal naar binnen willen. In de feestzaal ontketent een vierdejaars scholier een vechtpartij. Wanneer De Jong de tiener staande houdt, neemt deze wijdbeens een gevechtshouding aan en herhaalt schreeuwend ‘Kom maar op, vieze, vuile kankerjood..’ De Jong: ,Mijn handen trillen, ik sta stijf van de adrenaline. Die jongen is tot alles in staat, bedenk ik me. Eigenlijk zou de politie er bij moeten komen, maar die kan ik niet bellen nu die groep jongens voor de deur staat. Dan slaat de vlam zeker in de pan. Er is geen redelijk gesprek te voeren.’ Het liep uiteindelijk ‘goed’ af. De vechtpartij met de scholier kostte De Jong twee gekneusde ribben. Met een grafisch docent P. van der Zon loopt het slechter af. Een door hem geschorste leerling en zijn oudere broer bezorgen hem op school zoveel verwondingen dat nadien in het ziekenhuis voor zijn leven wordt gevreesd: „Ik krabbel zo snel mogelijk overeind, krijg dan weer klappen. Ik zie dat de broer een beeldscherm pakt en naar mijn toe wil gooien. Het scherm zit aan een ketting. Dat is mijn redding.” Van der Zon zakt bewusteloos in elkaar. De broers trappen net zolang tot leerkrachten ingrijpen. Het duurt twee maanden voordat Van der Zon lichamelijk enigszins is hersteld. Nog eens vijf maanden eer hij antwoordt kan geven op zijn vraag ‘doorgaan in het onderwijs of stoppen?’ De ervaringen van de leerkrachten lopen uiteen. Maar de geestelijk knauw nadien blijkt voor iedereen gelijk. Van der Zon besluit om in het onderwijs te blijven, maar is voortaan minder ontspannen: ‘Ik merk dat ik schrik wanneer ik een groepje buitenlandse jongens zie. Ze hebben waarschijnlijk geen kwaad in de zin, maar ik loop liever een blokje om.’ De Jong zegt bij terugkomst in de klas: ‘Ik wil jullie allemaal kunnen zien, er mag niemand achter me staan. Ik vertrouw jullie niet meer.’ Om dan in tranen uit te barsten. De slachtoffers hebben een grote behoefte om hun verhaal aan collega’s en de schoolleiding te vertellen. Maar de spreekwoordelijke arm om de schouders blijft bij menigeen uit. Bij Eva de Witte, belaagd met fysiek en psychisch geweld, wordt de situatie zelfs doodgezwegen: ‘ Ik kan er met niemand over praten. Iedereen op school negeert de situatie. Iedereen doet alsof ze alles in hand hebben.’ Vincent de Jong moet bij zijn rector ‘rugdekking’ afdwingen door bij de politie aangifte te doen en met een gepeperde advocatenrekening te dreigen. De belagers van P. van der Zon krijgen cel- en taakstraffen, maar zijn geschorste leerling mag wel op school terug komen. Van der Zon: ‘Weliswaar op een andere locatie, maar toch. Ik vind dat onverteerbaar.’ Hoe belangrijk de opvang voor deze leerkrachten is, zet psycholoog Buijssen, gespecialiseerd om trauma-opvang in de zorg en het onderwijs, helder uiteen. Daarbij geeft hij tal van tips voor zelfhulp, collegiale opvang, lotgenotencontact en nazorg binnen en buiten schoolmuren. De vraag is hoe scholen het zover kunnen laten komen. Daarop geeft Walter Dresscher, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond, in ‘Lesje Geleerd’ antwoord: ‘In deze tijd van privatisering en vrije markt hebben scholen een moeilijke positie. Ouders en leerlingen zijn koning-klant. Uit angst voor leegloop zwijgen scholen te vaak waar zij moeten spreken. De goede naam van de school gaat vaak voor een adequate hulp en begeleiding van de leraren/slachtoffers.’

Lesje geleerd? Indringende ervaringsverhalen van leraren, een gids nazorg agressie-incidenten, door Huub Buijssen en Mathilde Bos, uitgave van Elsevier bedrijfsinformatie bv, Den Haag, ISBN- 90-5749-963-0.